Al dagenlang kreeg ik ’s avonds ‘zwijgende’ telefoontjes. Er was iemand aan de andere kant van de lijn, maar hij of zij maakte zich niet bekend. Na een paar keer werd ik echt boos. Maar hoe vaak ik de verbinding ook verbrak, de telefoon bleef gaan.
Met elk telefoontje voelde ik me bozer worden en meer bedreigd door deze aanval op mijn privéleven. Hoe kon ik die aanvaller zijn wapen uit handen slaan? Op een avond kreeg ik een ingeving. In plaats van me uit de tent te laten lokken, gaf ik de beller een koekje van eigen deeg.
Toen de telefoon die avond voor de tweede keer ging, nam ik op, zette ik de muziek wat harder en nestelde me met de krant in mijn luie stoel, de telefoon aan mijn oor. Minutenlang hoorde ik niets aan de andere kant. Van mijn kant klonk alleen de muziek en het knisperen van de krant als ik een bladzijde omsloeg. Na tien minuten werd de verbinding verbroken.
De volgende avond hetzelfde verhaal. Alleen de afloop was anders. Na tien minuten hield de persoon aan de andere kant het niet meer uit en barstte ze uit in een scheldpartij. Maar daarmee had zij zich verraden. We kenden haar: het was een vrouw die onlangs gescheiden was van een goede vriend van ons en die het ons verschrikkelijk kwalijk nam dat wij ook met hem contact bleven houden. Ze vond dat we alleen voor haar moesten kiezen.
De relatie met haar werd er na die avond niet beter op, maar zij heeft ons nooit meer lastig gevallen met haar vervelende stille telefoontjes.
Harry van de Ven
maart 2012