Na de tweede Golfoorlog was ons Telecombedrijf betrokken bij de wederopbouw in Irak. We configureerden en beheerden een aantal nieuwe telefooncentrales in Bagdad, ter vervanging van de centrales die waren gebombardeerd. Ook het datatransportnetwerk zat in ons takenpakket.
Al snel bleek dat de kwaliteit van het transportnetwerk een groot probleem was. Al vanaf de installatie waren er meer foute dan goede transportverbindingen. Daardoor was het onmogelijk om de telefonieverbindingen tussen onze telefooncentrales op een juiste manier op te zetten. Ter verduidelijking: de verbindingen van het transportnetwerk zou je kunnen vergelijken met een snelweg met heel veel rijstroken, waarop auto`s niet van strook mogen wisselen. Om dan op de goede plek aan te komen, is duidelijke bewegwijzering nodig. De telefoonverbindingen zijn dan de borden die aangeven welke rijstrook waarheen gaat.
Terug naar het probleem in Bagdad. Elke telecomtechnicus is geleerd om éerst het transportnetwerk foutloos te maken voordat je begint aan het configureren van je telefonienetwerk. Met andere woorden: transport is het fundament waarop het telefoonnetwerk is gebouwd. Dus zou het logisch zijn om de fouten in het transportnetwerk op te lossen. Maar dat was een probleem. Want daarvoor was het noodzakelijk om steeds een technicus naar een kastje langs de kant van de weg te sturen. Een riskante onderneming. Er was al meerdere malen op werknemers geschoten. Door de onveilige situatie kon dat dus alleen onder bescherming van een pantservoertuig. Bovendien hadden wijzigingen in het transportnetwerk vaak weer andere, nieuwe fouten tot gevolg. Blijkbaar werkt een technicus niet zo secuur als hij onder vuur ligt ....
Maar nu het omdenken: waarom niet alles omdraaien? Van het probleem een gegeven maken, accepteren hoe het transportnetwerk er op dat moment uitzag en de telefooncentrales daar zoveel als mogelijk op aanpassen? Omdat het zo in tegenspraak was met alles wat een telecomtechnicus geleerd heeft, leek het een absurd idee, maar we besloten het een kans te geven.
Gelukkig hielp de techniek een handje. Het bleek namelijk mogelijk om vanuit elke telefooncentrale een testcode mee te sturen met het transmissiepad en die door de ontvangende telefooncentrale weer uit te lezen. We zetten een systeem op waarbij we iedere transportverbinding een unieke code gaven. Na het uitlezen van alle ontvangen codes beschikten we over een nauwkeurig overzicht van hoe de transportverbindingen in werkelijkheid lagen. Zo konden we het hele netwerk in kaart brengen.
Daarna hebben we de telefooncentrales zodanig aangepast dat we zoveel mogelijk ‘goede’ telefoonverbindingen kregen met behulp van de ‘foute’ transportverbindingen. Het resultaat: een enorme sprong in het aantal goedwerkende telefoonverbindingen. De mensen in Bagdad konden weer bellen, zonder onze technici bloot stellen aan onnodige risico’s.
Tony Jurg
9 november 2011