Een basisschool in Noord-Holland is op sterven na dood. Dertig leerIingen, drie leraren en een nieuwe, enthousiaste directeur. De nieuwe directeur voert kennismakingsgesprekken met zijn personeel. Hij stelt de gebruikelijke vragen, maar gaat ook op zoek naar wat hij noemt `verborgen schatten`. Wat zijn de verborgen kwaliteiten en verlangens van zijn mensen?
Een van de leraren is een man op leeftijd, die een vriendelijke, maar verder niet echt betrokken of geïnteresseerde indruk maakt. Hij behoort tot het soort mensen die denken in termen van `hoe lang moet ik nog?' Halverwege het gesprek vraagt de directeur terloops wat de leraar als kind eigenlijk had willen worden. De man antwoordt dat hij altijd drukker had willen worden. Maar ja...
Tijdens de voorbereidingen van de kerstmarkt dat jaar stapt de directeur op de leraar af en vraagt hem of hij het niet een leuk idee zou vinden om samen met de kinderen kerstkaartjes te maken en ze tijdens de kerstmarkt te verkopen. De leraar reageert verrast, zegt ja en maakt samen met de kinderen (natuurlijk) zulke mooie kaartjes, dat ze aan het eind van de kerstmarkt allemaal verkocht zijn. Van het een komt het ander. De leraar ontwerpt en kopieert de schoolkrant. Er komt op initiatief van de directeur een eenvoudige drukpers, het eind van het verhaal is dat de leraar een serie schoolkrantjes voor scholen in de omgeving drukt, zich als bedrijf inschrijft bij de Kamer van Koophandel en een contract sluit met scholen wat betreft levering, kosten en oplages.
Uiteindelijk genereert zijn bedrijfje zoveel winst, dat hij in goed overleg met de directeur op bijna zestigjarige leeftijd de stap maakt naar zelfstandig ondernemerschap. Zijn droom als kind is uitgekomen: hij is drukker.
Berthold Gunster
Ja-maar ik ben wel leraar
Uitgeverij Quirijn, 2007