Een 38-jarige medewerkster op de schadeafdeling bij een verzekeraar ligt regelmatig overhoop met haar collega`s, omdat ze voortdurend vrije dagen opneemt. Soms zelfs de avond tevoren per sms-je. Als haar leidinggevende geen verlof toekent, meldt ze zich simpelweg ziek. Gesprekken met haar leidinggevende, de bedrijfsarts en de personeels-manager leiden niet tot verbetering. Andere collega`s gaan zich nu ook steeds vaker ziek melden. De sfeer is om te snijden. De leiding overweegt haar te ontslaan.
Haar personeelsdossier is echter in juridisch opzicht bepaald niet waterdicht. Aangezien ze al meer dan 10 jaar in dienst is, ziet iedereen een eventuele ontslagprocedure met angst en beven tegemoet. De medewerkster weet dat ook en voelt zich daardoor heel sterk in haar positie. Om die reden wordt dan ook besloten tot een synergietraining, een programma waarin gezocht wordt naar een oplossing die voor alle partijen bevredigend is. De medewerkerster stemt er met lichte tegenzin in toe.
Tijdens het eerste gesprek komt naar voren dat de medewerkster het helemaal niet meer naar haar zin heeft in haar huidige functie. Ze is boos en gerustreerd. Ze heeft vorig jaar een parttime opleiding afgerond als styliste, maar tientallen sollicitaties hebben niets opgeleverd. Uiteindelijk heeft ze zich er bij neergelegd, dat ze tot haar pensioen de jaren zal moeten slijten in haar huidige werk. En dat op haar 38ste! Op de vraag wat ze nodig zou hebben om zich te vestigen als zelfstandig styliste, veert ze letterlijk op. Zou zoiets mogelijk zijn? Zou ze daarbij geholpen kunnen worden? Dit is wat ze wil!
In het vervolggesprek blijkt haar houding van een passieve, belemmerende veranderd te zijn in een actieve, opbouwende. Ze heeft een gedetailleerde lijst samengesteld met wat ze nodig heeft om voor zichzelf te beginnen. En zo gaat ze na een aantal gesprekken een contract aan met haar werkgever: met verrekening van een aantal verlofdagen en inlevering van haar eindejaarsuitkering krijgt ze anderhalve dag in de week beschikbaar om haar eigen zaak op te zetten, onder de strikte voorwaarde dat ze zich niet meer ziek meldt en voorlopig geen (extra) vrije dagen meer opneemt. Meldt ze zich tóch ziek, dan volgt onmiddellijk een spoedcontrole.
Deze strikte afspraken blijken in de praktijk echter niet meer nodig te zijn. Met plezier en enthousiasme rondt ze haar laatste werkzaamheden af en na drie maanden neemt ze vrijwillig ontslag. Tot genoegen van alle partijen. Alles als gevolg van één simpele vraag: Wat zou jij willen?
4 september 2011