Een van de meest inspirerende voorbeelden van onze hedendaagse geschiedenis als het gaat om de strategie van het importeren is wel het verhaal van Nelson Mandela en de rugbyfinale van 1995.
De Springboks, de wereldberoemde Zuid-Afrikaanse rugbyploeg, was een van oorsprong door witte Afrikaners gedomineerde sportploeg. Ten tijde van de apartheid was het dan ook een door zwarten gehate sportvereniging en hun symbool, het springbokembleem, riep onder zwarten gevoelens op van woede en frustratie. Het stond gelijk aan de jarenlange onderdrukking van zwarten in Zuid-Afrika. Meteen nadat de macht was overgedragen aan het ANC gingen dan ook stemmen op om het symbool te verbieden. Een voorstel dat niet op zichzelf stond; alle symbolen die men associeerde met de apartheid stonden ter discussie. Er waren zelfs al vergevorderde plannen om het embleem te vervangen door de protea, de nationale bloem van Zuid-Afrika. Als je bedenkt hoe hevig de gevoelens zijn die de symbolen van de nazis ook nu nog kunnen oproepen, of de tekens van de Klu Klux Klan, dan kun je je enigszins een voorstelling maken van de emotionele lading van het debat.
Kortom, het ging niet zomaar om een ding, een embleem, het ging om een botsing van werelden. Er werd dan ook grote druk op de nieuwe president uitgeoefend het embleem te verbieden en gezien zijn machtspositie had hij dat met een simpele pennenstreek kunnen doen.
In dat jaar, we schrijven 1995, mocht Zuid-Afrika na een jarenlange boycot voor het eerst weer meedoen aan het internationale rugby en de Springboks haalden, tot uitzinnige vreugde van het hele land, zowel zwarten als witten, meteen de finale. De wedstrijd was de match van het jaar. Vlak voor het beginsignaal stapte Mandela het veld op om zijn landgenoten geluk te wensen. Hij deed dat echter niet als president van Zuid-Afrika, hij deed het als supporter van de club: hij was gekleed in het groengele shirt van de Springboks met het rugnummer van de aanvoerder, François Pienaar.
Het hele stadion barstte los in een uitzinnig scanderen, Nelson, Nelson. En dat terwijl de meeste toeschouwers Afrikaners waren. Mandela besefte dat de Afrikaners zich in de hoek gedrukt voelden. Ze waren eerst hun politieke macht kwijtgeraakt en vreesden (terecht) dat ze nu zelfs hun gekoesterde symbolen zouden verliezen.
Na de wedstrijd gaf hij een officiële verklaring dat de Springboks hun symbool mochten behouden. Het was het ultieme gebaar van de verzoening tussen de rassen. En wat de wedstrijd betreft, het kon natuurlijk niet anders, Zuid-Afrika won de finale en werd wereldkampioen. Voor het eerst in de geschiedenis.
Dit omdenkverhaal is ook te vinden in Berthold Gunsters boek Huh?! de techniek van het omdenken.
Overigens.
Clint Eastwood heeft dit verhaal in 2009 gebruikt voor zijn film `Invictus`. Morgan Freeman weet daarin Mandela perfect neer te zetten. `Go Bokke, go`.
Met dank aan Katrien Heere voor de tip.