Een jongen van 17 zit in het laatste jaar van het VMBO. Hij is vaak ziek en gaat dan niet naar school. Het lijken spanningsklachten, maar zo voelt het niet voor hem. Toch is hij wekelijks 1 of 2 dagen thuis, omdat hij wakker wordt met hoofdpijn en heel moe is.
Z`n ouders zijn radeloos. Waar de klachten vandaan komen is onduidelijk.
Als de jongen met zn vader bij mij is (ik ben haptotherapeut) bespreken we wat er aan de hand kan zijn. De jongen zit er nogal onderuitgezakt bij, is onrustig en zit duidelijk niet lekker in zn vel. Vader kijkt me wanhopig aan met een blik die suggereert: "ik weet het niet meer, doe er iets aan".
Ik twijfel. Ik vraag de jongen hoe het gaat op school. Dat vindt-ie een lastig onderwerp. Vind je school leuk?, vraag ik. Nee, zegt hij beslist. Ok. Waarom ga je dan naar school?, vraag ik. Om m`n diploma te halen, want dan kan ik van school af".
Prima, dat klinkt goed, een betere motivatie kun je niet hebben, toch? Maar eh ..je gaat zo`n 3 à 4 dagen naar school? Hij bevestigt dat met een binnensmonds "ja" en kijkt me afwachtend aan. En gaat het goed?, zeg ik. Opnieuw knikt hij mompelend ja. Waarop ik zeg: nou, dat is dus fantastisch! Jij haalt je diploma met veel minder schooldagen dan de anderen! Je bent dus slimmer dan de rest.
De jongen kijkt me verlegen glimlachend vanonder z`n petje aan. Ik zie een twinkeling in z`n ogen. Z`n vader is nog wat verbaasd. Maar het kwartje is gevallen, daar ben ik van overtuigd.
Een paar weken later zie ik de jongen terug. Hij is inmiddels geslaagd en heeft geen klachten meer. Na 10 minuten staan hij en z`n vader weer buiten. Niets meer aan doen, denk ik met een glimlach.
Naam en adres bij redactie bekend
december 2012