Begin dit jaar was ik werkzaam als receptioniste voor een hotel. Het was mijn eerste baan na de hotelschool. Alles liep prima, ik had het helemaal naar mijn zin: leuke collega’s, een fijne sfeer, kortom, ik kon me in alle rust inwerken. Op een dag was er echter een groot probleem. Zowel de front office manager als drie fulltime medewerkers waren tegelijkertijd ziek en tot overmaat van ramp was het hotel helemaal volgeboekt.
In eerste instantie maakte een lichte paniek zich van mij meester. Hoe kon ik met slechts een handjevol collega`s alle shifts `coveren`? In tweede instantie zag ik het echter als de perfecte gelegenheid om mijn op de hotelschool geleerde vaardigheden in de praktijk te brengen. Van het ene op andere moment was ik gedwongen al mijn organisatorische vermogens en leiderschapskwaliteiten in de strijd te werpen.
En dus voerde ik, als jongste bediende, vol overgave een serie pittige gesprekken met alle betrokkenen, regelde het rooster voor die dag, hield alles wat er gebeurde nauwlettend in de gaten en kon aan het eind van de dag tevreden terugkijken: het hotel had gedraaid zoals alle andere dagen en niemand had iets gemerkt van de onderbezetting.
Eindconclusie? Dankzij de plotselinge ziekte van mijn collega’s was ik gedwongen boven mezelf uitgestegen. En het was me gelukt. Wat begon als probleemdag eindigde als topdag.
Renske de Wijs
15 augustus 2011