Sinds januari 2010 wonen mijn partner en ik met onze drie zoons in Zuid-Afrika. De jongens zitten hier op een geweldige lagere (privé) school, Synergy School. Niet zomaar een traditionele, op de Engelse leest gebasseerde, school maar een, zelfs voor Nederlandse begrippen, vooruitstrevende school; alle leraren zijn tevens lifecoach, vakken geïnspireerd door keuzes van de kinderen, focus op kennis maar ook op relaties en communicatie. Helaas, al zes weken na onze komst kondigde de oprichter, eigenaar, principal en drijvende kracht van de school – in de ogen van een aantal personeelsleden is hij een guru – aan dat hij vanaf 1 januari 2011 niet langer financieel en organisatorisch verantwoordelijk wilde zijn. Einde mededeling. Vanuit zijn heilig geloof in de chaostheorie ‘alleen door chaos te creëren, krijg je energie los’ liet hij het verder aan de ouders over om iets met zijn boodschap te doen.
Zijn mededeling leidde inderdaad tot chaos. Mijn partner en ik namen het op ons om samen met twee anderen een transitieteam te vormen om een oplossing te bedenken. Eén van onze belangrijkste doelen was uiteraard om zo snel mogelijk een nieuw hoofd voor de school te vinden. Zo gezegd, zo gedaan. Onze ideale kandidaat, door de staf, de oude oprichter en ons, unaniem goedgekeurd, draaide helaas al binnen een paar maanden door. Hij kon de verpletterende indruk die de school op nieuw personeel en ouders maakt niet aan. Binnen korte tijd waren we weer terug bij af. Wat nu? Een schier onoplosbaar dilemma diende zich aan. Een geschikte opvolger vinden voor de oprichter leek onmogelijk, maar zonder schoolhoofd doorgaan was ook geen optie. Totdat we een ingeving kregen.
Opeens realiseerden we ons, dat we ons eigen probleem creëerden door er op voorhand van uit te te gaan dat de school een hoofd zou moeten hebben. Waar stond dat dat altijd zo moest zijn? Was het een wettelijke verplichting? Een wet van Meden en Perzen? Nee, natuurlijk niet! En dus besloten we de rol van het schoolhoofd – in ieder geval voor dat moment – te verdelen over de leraren, de rest van de staf en eigenaren. Aangezien het iedereen veel extra tijd zou kosten, dachten we dat het een tijdelijke oplossing zou zijn. Een vergissing. Want na enige tijd bleek deze verdeling van taken helemaal zo gek niet te werken. Dat zette aan het denken. Misschien moesten we ons niet blind staren op het vinden van een nieuw hoofd, maar kijken naar de mogelijkheden die een ‘hoofdloze’ organisatie ons biedt. We hebben ze op een rijtje gezet en daar waar iedereen in eerste instantie riep, ‘onmogelijk’, begint iedereen nu warm te draaien voor de kansen die zich aanbieden.
Binnenkort gaan we met de staf en het bestuur van de school alle opties uitwerken - met én zonder principal - maar ik denk nu al te weten waar we op uitkomen: de ‘self managing’ organisatie die niemand voor mogelijk had gehouden toen we het wegvallen van het hoofd alleen maar als probleem zagen.
Katrien Heere