Dat jaar stond ik drie dagen in de week in een pittige groep 6. Eén van de leerlingen, laat ik hem Anco noemen, stond bekend als lastig, ongemotiveerd en brutaal. Ook pestte en bedreigde hij andere leerlingen. Hij was een jaartje ouder dan de anderen en vond leren moeilijk.
In een poging uit de negatieve spiraal te komen, ging ik met hem in gesprek. ‘Anco, ik vind het niet fijn dat er vaak problemen zijn met jou en de andere kinderen. Dat vind je zelf vast ook vervelend’. Anco beaamde dat. ‘Je zit nu in groep 6 en moet nog ruim 1,5 jaar naar deze basisschool. Hoe kunnen we er samen voor zorgen dat die tijd voor iedereen prettig wordt? Heb jij daar zelf een idee over?’
Anco’s gezicht lichtte meteen op. ‘O, dat heb ik ook al zo vaak gezegd tegen meester H. Ik heb wel een idee.` Ik was benieuwd wat Anco zou zeggen. Zou hij bepaalde voorrechten willen hebben, een speciaal soort behandeling? Buitenspelen, koffie rondbrengen, vrij van school. Tot mijn verbazing bleek het tegendeel het geval. `Heeft u gezien hoeveel onkruid er groeit op het plein? Ik wil dat heel graag weghalen. Ook tussen de struiken ziet het er niet uit. Daar moet nodig worden geschoffeld. Als u mij dat laat doen, wordt het helemaal netjes rondom de hele school en heb ik het naar mijn zin. O ja. De tegels bij het hek zijn ook verzakt. Zal ik die er opnieuw inleggen?’ Stomverbaasd beluisterde ik zijn antwoord. Anco straalde van het idee deze klussen te `mogen` doen. Zo gemotiveerd had ik hem nog nooit gezien. Wie had ooit zo’n antwoord verwacht?
Uiteraard werkte ik met alle plezier met Anco mee. `Ik wil je graag tegemoet komen`, antwoordde ik, `maar je moet natuurlijk wel, net als iedereen, je schoolwerk doen. Vandaar dat ik voorstel dat je als beloning, na een week goed werken - en dat goede werken teken ik per dagdeel steeds met je af - op vrijdagmiddag in de tuin mag werken. Als je dat leuk vindt, mag je iedere week iemand anders kiezen om je te helpen.`
Het bleek een gouden greep. Anco gìng ervoor. Het vooruitzicht van de beloning maakte dat hij zijn schoolwerk goed deed. Tijdens de tuinarbeid ontpopte hij zich als een ware deskundige. Hij legde de kinderen geduldig uit hoe je de schoffel vast moest houden en de tuin zag er binnen de kortste keren prachtig uit. Soms vroegen kinderen uit andere klassen hem waarom hij straf had. In de tuin van de school werken, dat doe je toch niet voor je plezier?! Anco vertelde dan, dat hij dit het mooiste werk vond dat hij ooit op school had gedaan. En zo werd hij van pestkop één van de meest coöperatieve leerlingen die ik ooit gehad heb.
Ineke Groenenberg
11 oktober 2011