Enige tijd geleden zag ik een documentaire over het leven van Rudi Carell. In 1960 verloor Carell op dramatische wijze het songfestival: hij zong ongeveer een toon te hoog, articuleerde slecht en eindigde als allerlaatste.
De week erna hield hij in Nederland echter een radioconference, waarin hij de draak stak met zichzelf en zijn wanprestatie. Het publiek smulde, hij triomfeerde en, aldus het commentaar bij de documentaire, ‘verliet de studio alsof hij het festival had gewonnen’.
Conclusie? Zijn deelname aan het songfestival was achteraf gezien het begin van een verder glansrijk verlopen carrière.
Herman Heijermans