Op een dag komt een paard het erf oplopen op de boerderij van Milton Ericksons ouders. Ze bestuderen het paard, maar hebben geen idee van wie het is of waar het vandaan komt. Desondanks zegt Milton dat hij het paard wel terug zal brengen.
Hoe doet hij dat? Hij gaat op het paard zitten, leidt het naar de weg en laat vervolgens het paard beslissen welke kant het op wil. Linksaf of rechtsaf. Het paard kiest een voor één van de twee mogelijkheden en zo gaan ze op pad. Milton doet verder niets, behalve wanneer hij zeker weet dat het paard niet bezig is naar huis terug te keren, wanneer het bijvoorbeeld van weg af wil om te grazen of dwars door een akker wil lopen. Zo loopt hij door tot het paard kilometers verderop het erf van een boer oploopt. Verbaasd komt de boer naar buiten. Hij herkent meteen zijn paard en vraagt aan Milton hoe hij de weg had gevonden. Milton antwoordt: Ik wist het niet, het paard wist het.
Berthold Gunster
Bron: Milton Erickson, Mijn stem gaat met je mee, uitgeverij Karnka, 1987. Zie ook: Ik ben oké, jij bent een sukkel, pag. 187.