De mens dient gelukkig te zijn. En wie dat niet is, wordt sterk aangeraden om hulp te zoeken bij een coach of psycholoog. Daarmee wordt het ongelukkig zijn gezien als een psychische afwijking, een constatering om gelijk depressief van te worden. Ja, in onze moderne samenleving kan gerust gesproken worden van een geluksobsessie, een aandoening die rijp is voor psychologische behandeling.
Zo kan het verkeren dat mensen, die behept zijn met deze geluksobsessie, vinden dat negatieve emoties zoals angst, woede en jaloezie ogenblikkelijk de nek moeten worden omgedraaid. Maar ik denk in alle oprechtheid altijd: wat is daar nou mis mee? Zelf ben ik bijvoorbeeld extreem bang om in de steek gelaten te worden; zeker als het gaat om mensen in wie ik met liefde en toewijding veel energie heb gei?nvesteerd. Nu is deze verlatingsangst bij en tijd en wijle natuurlijk zo intens dat ik er wakker van kan liggen. En ik zal de laatste zijn die beweert dat slapeloosheid gelukbevorderend is. Maar tegelijkertijd is het nu juist deze verlatingsangst, die ervoor zorgt dat ik actief ben in het onderhouden van betekenisvolle relaties. En het heeft mij gemaakt tot iemand die gul is in het rondstrooien van complimenten en steunbetuigingen. Ik denk altijd: iedereen die ik deelgenoot kan maken van mijn bewondering, zal vroeg of later terugkomen voor meer. En zo gebeurt het ook. Ja, ook wel eens niet. Maar het kan ook niet altijd meezitten. Geluk is nu eenmaal ook iets wat ongrijpbaar en onvoorspelbaar is.
Ook woede is een gevoel dat toegejuicht dient te worden. Zo ben ik als columnist onlangs door een belangrijke opdrachtgever de laan uitgestuurd. Nu zeggen de mensen om mij heen dat ik daar vrede mee moet hebben en mij gelukkig mag prijzen met de twintig jaar die ik als columnist werkzaam ben geweest. Maar nee, ik ben woedend. En juist deze woede zet mij aan om revanche te nemen, om een nieuwe opdrachtgever te vinden die zo fantastisch is, dat mijn voormalige opdrachtgever er spijt van zal krijgen mij ooit aan de kant te hebben gezet. Kortom, het is juist mijn woede die ervoor zorgt dat ik ondernemend blijf. En woedend blijf ik tot het moment dat ik weer een nieuw podium gevonden heb. Ik zeg u: daar is toch niets mis mee? En dan de negatieve emotie die jaloezie heet. Welnu, daar heb ik door de tijd heen ook zo mijn voordeel mee gedaan. Jaren geleden, bijvoorbeeld, kreeg mijn beste vriend kennis aan een meisje wat mij op slag jaloers maakte. Dat gevoel van jaloezie was zo intens dat ik hemel en aarde heb bewogen om dat meisje van hem af te pakken. Nu heeft dat onze vriendschap toentertijd geen goed gedaan, maar feit is wel dat ik het meisje heb weten binnen te hengelen; het meisje waar ik onderhand al bijna veertig jaar gelukkig mee getrouwd ben.
Ongelukkig zijn is prima en dient juist met zorg gekoesterd te worden. Want ongelukkig zijn, daar wordt de mens heel creatief van.
Jeffrey Wijnberg is psycholoog en publicist. Hij heeft al veertig jaar een eigen psychotherapiepraktijk in Groningen. Zijn specialiteit is de provocatieve stijl: een speelse mix van humor, uitdaging en goed contact. Deze column van zijn hand werd eerder gepubliceerd in het Tijdschrift voor Ontwikkeling in Organisaties.