In het kinderboek `O, o, Octopus!` leeft de gelijknamige hoofdpersoon een heerlijk, comfortabel leven in zijn `alleraardigst appartementje`. Octopus heeft alles wat zijn hartje begeert. Eten, drinken en een zeezicht om te zoenen. Tot hij op een dag terugkomt van zijn dagelijkse zwommetje en een wildvreemde staart uit zijn appartement steekt. Een reusachtige, grote groene staart. Help! Wat is dit? Wat te doen?!
In paniek gaat Octopus te rade bij zijn vrienden. Eenieder geeft raad die past bij zijn of haar wereldbeeld. Wat zegt de kwal? `Je moet hem wegpesten!` En de koraalduivel? `Zet je stekels op!` Wat adviseert de walvis? `Trek je er niks van aan, gewoon doorzwemmen.` En zo is Octopus op het laatst aan zijn lot overgelaten. Wat te doen met die enge staart die uit zijn appartementje steekt?!
Ten einde raad besluit Octopus dat hij eigenlijk maar één ding kan bedenken: de vreemde staart vriendelijk te vragen of hij misschien zou willen vertrekken. Zachtjes en behoedzaam klopt Octopus aan. En wat blijkt? De enge staart is helemaal geen bedreiging. Integendeel. Het is iemand een nood. `Help, help, ik zit vast`, klinkt het. Octopus helpt de staart los te komen. En die blijkt het lichaamsdeel van een allerliefste ....
Berthold Gunster
Met dank aan Monique Damen.
Wil je weten hoe het verhaal afloopt? Lees het kinderboek `O, o, Octopus!` van Elly van Lieshout en Erik van Os (tekst) en Mies van Hout (illustraties). Uitgeverij Lemniscaat, 2009.
Een ander omdenkverhaal voor kinderen is het verhaal van `Fiet wil rennen`.