Mijn jongste zoon was een jaar of negen, toen hij een periode had dat hij slecht sliep. Hij woonde in die tijd bij zijn moeder en was om het weekend bij mij. Op beide adressen wilde het met zijn nachtrust niet vlotten.
Ik wilde ontzettend graag, dat hij die 3 nachtjes bij mij goed zou slapen. Daarom vroeg ik hem waarom hij niet kon slapen, zodat ik daar een oplossing voor kon bedenken.
Op een avond was het weer mis. Hij bleef steeds maar oorzaken opnoemen waar ik niet zoveel mee kon. Dus vroeg ik door. Ik dacht bij alles wat hij opnoemde nee, dat kan het niet zijn.
Toen hij, na 6 mogelijke oorzaken, in huilen uitbarstte en als reden nummer 7 gaf dat hij de poezen bij mama zo miste zei ik dat kán het toch niet zijn? Dan had je dat toch wel meteen gezegd en niet nu pas?. We kwamen niet verder en zijn verdriet werd alleen maar groter.
Ineens viel me iets in. Ik wilde van hem redenen horen waarom hij niet kon slapen en die gaf hij me. Ik kreeg precies waar ik om vroeg! Hij verzon steeds nieuwe redenen om mij te plezieren.
Terwijl ik ook regelmatig slecht slaap en ook niet weet hoe dat komt.
Ik besloot het om te draaien. De eerstvolgende keer dat hij kwam vertellen dat hij niet kon slapen, zei ik: Kerel, wat vervelend. Kan ik je ergens mee helpen?
Hierdoor werd hij de eigenaar van het probleem en niet ik en moest hij bedenken wat hij nodig had om het op te lossen. Omdat ik hem vroeg wat hij daar van mij voor nodig had, gaf ik hem ook het vertrouwen dat hij dit probleem zelf kon oplossen.
Hij dacht even na en zei: Misschien wil je nog twee liedjes zingen?
Ja natuurlijk. Ga je dan lekker slapen?
Ja, papa
Ik zong twee liedjes en hij sliep binnen 3 minuten.
Ik kan er niet bij dat het leven soms zo simpel kan zijn .
Henry de Moor,14 juni 2012
Lastige kinderen, heb jij even geluk, A.W. Bruna Uitgeverij, pag. 182