Het was rond 1980. Ik gaf les op een middelbare school. Op een dependance zat collega Brokerhof, die geen orde kon houden. Zijn leidinggevende raadde hem aan om eens bij een collega in een ander gebouw wat lessen te observeren en daarvan te leren.
Brokerhof vroeg of hij bij mij achter in de klas mocht komen zitten, en ik stemde toe. Maar toen hoorde ik dat in hij in 2C, de meest onhandelbare klas, zou komen. Ik kon die leerlingen zelf amper aan… Ik besloot de
gebeurtenis een andere wending te geven.
De dag voordat Brokerhof kwam, ging ik 2C binnen. De klas kreeg net les van een collega. Ik vertelde de leerlingen dat de schoolleiding zich grote zorgen maakte over hun klas. Dat ouders hadden geklaagd bij de inspecteur van het onderwijs. Dat de kans bestond dat die binnenkort een les zou bijwonen. En dat hij zo nodig de klas zou opdelen en een aantal leerlingen van school zou sturen. ‘Ik mag dit eigenlijk niet aan jullie vertellen,’ zei ik, ‘maar de manier waarop dit gaat, vind ik ook niet netjes, dus ik doe het toch. Maar hou het voor je, alsjeblieft.’
De volgende dag zat Brokerhof achter in de klas toen 2C binnenkwam. Ze zagen hem zitten en waren op slag doodstil en coöperatief tot op het bot. Een voorbeeldklas. Aan het eind van de les zei Brokerhof tegen mij: ‘Ja, bij zo’n klas kan ik het ook.’
Jan Ruigrok
maart 2012