Mijn driejarige zoontje kreeg steeds meer last van angst voor monsters. Goed praten kan hij nog niet maar 'aargh papa ssst, monser komt' hoorde ik hem steeds vaker zeggen.
's Avonds kreeg ik steeds meer problemen met hem naar bed brengen omdat er meerdere monsters hem om de hoek op stonden te wachten. Op een dag ben ik 's avonds een missie met hem begonnen. We zijn als twee avonturiers gewapend met een zaklamp en een bak chips op zoek gegaan naar het allergrootste monster dat er is. Wat hij namelijk niet wist is dat monsters naast kleine kindjes oppeuzelen ook gek zijn op Nibbit chips.
We verstoppen ons onder de tafel, achter de bank en zelfs op de wc met de lampen uit. Uiteindelijk vonden we het aller aller grootste monster dat je je maar kan voorstellen. Zo heldhaftig als we zijn, zijn we er gewoon op afgestapt. Mijn zoontje hield z'n handjes voor z'n ogen maar hij deed het heel goed. Het monster was nogal verbaasd dat we zo op hem afstapten en ik heb hem een aanbod gedaan dat hij niet kon weigeren. Hij mocht mee onze chippies opeten maar dan zou hij Sem met rust laten en tegen alle kleinere monsters zeggen dat Sem z'n vriend is.
En het werkte. Sem, ik en het mega monster hebben heerlijk de chippies opgepeuzeld op de bank en toen was het bedtijd. Sem was zo blij met z'n dikke vriend dat hij mee mocht in z'n bed. Dat was nogal een gedoe want Sem heeft een boomhut bed en het monster past er maar net in met z'n dikke kont. We hebben er erg om gelachen.
Nu weken verder is hij nog steeds dikke matties met z'n grote vriend. Ze eten samen, spelen samen, slapen samen. Sem geeft af en toe zelfs z'n lievelingsknuffeltje aan hem als het monster om wat voor een reden dan ook verdrietig is. Ik weet dat dit een tijdelijke oplossing is. Maar Sem voelt zich nu veiliger dan ooit, en gaat weer netjes slapen.