zakelijk

Omdenken bij jouw organisatie? Dat kan!

Boek ons

Mission Statement

07-08-2013

Ik zou voor een ziekenhuis een debat voorzitten over het nieuwe ‘mission statement’. Met het hoofd Communicatie en het hoofd Public relations had ik een voorgesprek. Zij konden mij prima duidelijk maken wat het mission statement van het ziekenhuis was, maar wat het dóél van de bijeenkomst moest zijn, wie er precies bij aanwezig zouden zijn, dat was eigenlijk nog niet dui­delijk. De aanleiding was helder, de presentatie van het nieuwe mission statement, maar het doel nog geenszins. Aangezien het College van Bestuur opdrachtgever van het debat was, was het mogelijk verstandig dat ik de week erop opnieuw naar het ziekenhuis zou komen. Het col­lege ging dan vergaderen, ik kon dan mooi aanschuiven. Zo ge­zegd, zo gedaan. Ik kreeg een prachtige brochure mee van het nieuwe mission statement, een dik pak papier, en ging naar huis.

De week daarna zat ik opnieuw in de auto. Ik zou er om halfvier zijn, om kwart over drie, ik was net mijn auto uitgestapt op het parkeerterrein van het ziekenhuis, ging mijn mobiel. Het hoofd Communicatie. Waar of ik bleef. ‘Is er iets?’ vroeg ik verschrikt, ‘ben ik te laat?’ ‘Nee, dat niet, maar het is al kwart over drie, we maakten ons zorgen of je er wel op tijd zou zijn.’ Bij mij gingen op dat momenten alle alarmbellen rinkelen. Er was zo dadelijk een ontmoeting met het College van Bestuur. Ik had een soort voorgevoel van wat me te wachten stond. Belangrijk, belangrijk.

Exact halfvier werd ik uitgenodigd de vergaderruimte van het College te betreden. In het midden een grote ovalen tafel, vier mannen erachter, daarvoor een lege stoel. Blijkbaar was die voor mij bestemd. Ik nam plaats. Geen koffie, hand of voorstelrondje. Dus zweeg ik navenant. Een man nam het woord. Hij stelde zich ook niet voor. Waarschijnlijk was het de voorzitter. De eerste zin van de ontmoeting zette meteen de toon. ‘U wilde een ge­sprek?’ Verder niets. Stilte. De vraag was op zich al raar. Alsof ik hen ter verantwoording riep. Intuïtief antwoordde ik even kortaf en op dezelfde toon: ‘Ja. Ik heb geen idee wat de bedoeling is van dat debat.’ Opnieuw een korte stilte. Daarna volgde een al even bitse retorische vraag. ‘U hebt dat mission statement toch gekregen, of niet?’

Nu moet ik even vertellen, terzijde, maar niet onbelangrijk, ik had het mission statement niet op de let­ter gespeld. Daar stonden natuurlijk van die dingen in die in al dat soort papieren staan, over mensen gezond maken, iets met curatieve en preventieve gezondheidszorg, een paragraaf met kernwaarden en de meerwaarde van de organisatie voor de sa­menleving en de wereld, waarschijnlijk ook iets met duurzaam­heid, dat soort teksten, allemaal prima, maar in dat document had ik natuurlijk nooit het dóél van de bijeenkomst gevonden. En daar ging het natuurlijk om. Dus ik had dat ding een beetje schuin doorgelezen.

Afijn. Voordat ik deze trainingen gaf had ik als antwoord op zijn vraag waarschijnlijk iets gepreveld in de zin van ‘ja, wel gelezen, maar uiteraard alleen de grote lijn, niet op de letter’. En dan zou het gesprek daarna meteen ontspoord zijn. ‘Tja, als je dat do­cument al niet goed leest, dan heeft dit gesprek ook geen zin.’ Nu diende ik hem echter meteen van repliek. Nog bitser dan de manier waarop hij mij had toegesproken zei ik: ‘Ik heb toch een normale vraag gesteld, wat het doel van de bijeenkomst is, krijg ik niet eerst een fatsoenlijk antwoord?!’

Opnieuw was het even stil. Daarna schoot de man die mij had toegesproken spontaan in de lach. Ik zag dat hij een knipoog gaf naar iemand anders aan tafel. Een knipoog die iets betekent moet hebben van ‘wat we hier nou voor type aan tafel hebben, prachtig’. De situatie was meteen ontdooid, het gesprek daarna was in tien minuten in kannen en kruiken.


Berthold Gunster
Huh?! De Techniek van het Omdenken, pag. 209

07-08-2013
Omdenken bij jouw organisatie?
Dat kan!
Bekijk de mogelijkheden