In 1959 begon het schip de Elbe haar carrière als zeesleper. En na jarenlange omzwervingen keerde zij in 2002 terug in de haven waar het allemaal begon: Maassluis. Daar zou ze gerenoveerd worden en een nieuw bestaan beginnen als varend museumschip.
Vrijwilligers en sponsors meldden zich aan om te helpen bij de renovatie. Zelf ben ik pr-coördinator van het project. Maar in 2004 gebeurde er een ongeluk. De Elbe werd liggend voor de kant aangevaren, zonk en werd total loss verklaard. Ondanks deze enorme pech waren de vrijwilligers het over één ding eens: de restauratie moest en zou doorgaan.
We hebben het schip geborgen en helemaal uit elkaar gehaald. Dat moest ook, want ze had een week onder water gelegen. En dat bleek een uitstekende beproeving voor de kwaliteitsmaterialen uit de jaren vijftig waarvan de Elbe gemaakt is. Onverwoestbaar spul, zo zagen we met eigen ogen.
Maar tijdens het uit elkaar halen van het schip werd ons nog veel meer duidelijk. Er kwamen heel wat spreekwoordelijke lijken uit de kast die we anders niet gezien zouden hebben. Dekken die waren doorgerot, en die we nu ontdekten omdat de vloeren eruit moesten. Hadden we die niet meteen gerepareerd, dan zouden ze ons in een later stadium nog veel meer ellende hebben opgeleverd. Hetzelfde gold voor de koppeling van de hoofdmotor met kapotte lagerbussen die we tegenkwamen tijdens het ontwateren. Als dat met een lopende motor aan het licht was gekomen, zou de hele boel in elkaar gedraaid zijn. Al met al kunnen we zeggen dat we nooit zover gekomen waren als de Elbe níét was gezonken.
De restauratie zelf is ook een kwestie van voortdurend omdenken. Een tijdje geleden moest er een pompje naar een leverancier. We konden kiezen: een dikke anderhalf uur rijden of een flinke rekening van een koerier. Dus toen maar de fabrikant opgebeld om te vragen of hij toevallig monteurs bij ons in de buurt had zitten. En jawel, op een kwartiertje rijden waren er twee man aan het werk in een fabriek. En die wilden best onze onderdelen meenemen naar de zaak.
Soms hebben we de mogelijke beperkingen ook gewoon genegeerd. We mailden een sanitairfabrikant in Nieuw-Zeeland omdat die de mooiste vintage kranen had, en binnen een dag stuurde hij ons veertien gratis sets kranen op. Zo leuk vond hij het dat we hem hadden gevonden. En daar kon hij in Nieuw-Zeeland weer reclame mee maken.
De wastafels in de hutten moesten worden vervangen. Liefst wilden we de originele terug. Een leverancier kon ze voor ons uit Engeland laten komen, maar wel tegen een flink bedrag. Au. Zelf zoeken in Engeland leverde weliswaar enorme kortingen op, maar hoe kregen we zeven wasbakken in Maassluis? Iemand bedacht dat er vanuit het Westland veel bloemen worden geëxporteerd naar Engeland. Dat betekent dat er ook veel lege vrachtwagens terugrijden. Een bloemenexporteur was graag bereid om ons te helpen. Hij nam onze wasbakken mee in een lege bloemenvrachtwagen en omdat hij het zo’n mooi project vond, droeg hij ook nog eens 100 euro bij in de aanschaf ervan.
‘Wat als alles lukt?’ is de titel van één van Berthold Gunsters boeken. In het geval van de Elbe gaat het er wel op lijken. In 2012 gaan we een technische proefvaart maken.
Roger van der Kraan
20 januari 2012
Meer info: www.zeesleperelbe.nl