Mijn broer Kees is hoofd van een afdeling waar zeer problematische en zware criminelen gedetineerd zitten. Eén van die gedetineerden schreef in de tijd dat hij vastzat ruim 200 beklagzaken over gebeurtenissen en regels op zijn afdeling die in zijn ogen niet klopten. Aangezien Kees het hoofd is, moest hij op ieder verslag een verweer schrijven. Dit kostte hem veel tijd en energie.
Op een dag is hij naar de gedetineerde toe gegaan en heeft hem een pakje shag aangeboden - in de gevangenis een heel kostbaar iets. De gedetineerde vroeg hem waarom hij dit kreeg. Kees vertelde dat dankzij hem, zijn afdeling nu totaal hufterproof was geworden. De beklagcommissie had immers alle beklagzaken beoordeeld en ze waren of gegrond of ongegrond bevonden. Hier had Kees zijn voordeel mee gedaan: hij heeft wat niet klopte aangepast en wat er wel goed was behouden.
De gedetineerde wist zich geen raad met deze opmerking omdat hij normaal gesproken juist veel tegengas kreeg van personeel over zijn drang naar verbetering. Hij wordt immers gezien als één van de lastigste gedetineerde van ons land. Kees heeft vervolgens ook aan hem gevraagd of hij het wil aangeven als er weer iets is, maar dan nu voordat hij weer een beklagzaak gaat indienen. Dit gebeurt nu. Komen ze er samen niet uit, dan gaat de gedetineerde alsnog naar de beklagcommissie. Door deze actie schrijft gedetineerde niet gelijk naar de beklagcommissie, maar zoekt de interactie. Zijn gedrag wordt nu niet meer als negatief ervaren en dit werkt voor beide kanten positief.