Wij aten thuis altijd om 5 uur. Als ik maar vijf minuten te laat thuis kwam, kreeg ik ervan langs met de mattenklopper. Dat gebeurde regelmatig.
Maar de aanpak van mijn ouders had een averechts effect. Als ik zag dat ik te laat ging komen, dacht ik: Ach, die klappen krijg ik toch wel, dus ik hoef me nu ook niet meer te haasten. Bij binnenkomst wachtte ik het pak slaag rustig af. Het deed me verder weinig en motiveerde me niet om voortaan op tijd te zijn.
Op mijn dertiende werd ik bij mijn oom in huis geplaatst. Op een dag kwam ik ook daar te laat voor het eten. Ik wist niet wat er komen zou en bleef wachten in de gang.
Mijn oom riep mij binnen. Hij zat aan tafel met voor zich zijn bord met eten en keek mij verdrietig aan. Ik heb de hele dag hard gewerkt en heb een reuze honger, zei hij. Nu is mijn eten koud omdat ik op jou heb gewacht. Schuif gauw aan en eet, meisje, en vertel me daarna maar waarom je later was.
Ik kon wel door de grond zakken van schaamte. Nooit meer kwam ik daarna te laat. Zelfs nu, vele jaren later doe ik er alles aan om op tijd op afspraken te komen. Mensen nemen de tijd voor je en wachten op je, dat leerde ik van mijn oom. Niet doordat hij me strafte, maar doordat hij me verantwoordelijkheid gaf.
Margreet ten Pas
10 februari 2012