Enige tijd geleden ben ik op kamers gaan wonen en sindsdien moet ik met weinig geld rond zien te komen. Op zich is dat niet zo erg, maar mijn ouders hebben, om het maar zo te zeggen, geld genoeg. Het contrast tussen hen en mij is nogal groot. Eens per twee weken ging ik het weekend naar huis en mijn ouders gaven in het begin af en toe iets mee en ik kon het zelf ook moeilijk laten om af en toe dure en lekkere dingen van huis mee te nemen naar mijn kamer. Na een tijdje zei mijn moeder echter dat ze niet wilde dat ik dingen zomaar meenam. Op hetzelfde moment stopten mijn ouders ook met me dingen zomaar te geven. De boodschap was duidelijk. Ik moest voortaan echt voor mezelf zorgen.
Nou snapte ik wel dat ik door zomaar dingen mee te nemen zelf had veroorzaakt dat ze nu opeens zo streng waren, maar de situatie die nu was ontstaan, was eigenlijk voor beide partijen onprettig. Voor mij, omdat ik nu zelfs niets meer durfde te vragen, voor hen, omdat ze mij nu niet meer spontaan iets konden geven. Dat ik nu `helemaal voor mezelf` moest zorgen was, kortom, een wat kunstmatige afspraak. Het bleef raar dat ik op kamers elk dubbeltje drie keer om moest draaien, terwijl mijn ouders in weelde leefden. Alleen, hoe zou ik dit probleem kunnen oplossen?
Ik las het boekje omdenken en kreeg plotseling een idee. Ik hanteerde de volgende aanpak. Vanaf nu, als ik bij mijn ouders op bezoek ben en iets graag wil hebben, vraag ik: "Ma, ik wil die/dat/het graag hebben, kan ik het van je kopen, wat hebben jullie er voor betaald?" Wat is dan meestal de reactie van mijn moeder? "Ah joh, ik hoef er niks voor te hebben, je mag het hebben, neem maar mee." Het gevolg? Zij kunnen mij af en toe iets kado geven, waar ik echt blij mee ben en ik kan als ik iets graag wil hebben daar met opgeheven hoofd ergens om vragen: als ze het niet zouden willen geven zou dat oké zijn, als ze zouden willen dat ik er voor zou moeten betalen, dan zou dat ook oké zijn. Kortom, ik blij, ouders blij!
Wilco Nieuwenhuizen