Karin Bloemen werd tussen haar 7de en 14de stelselmatig door haar stiefvader seksueel misbruik. Uiteraard was haar leven destijds een nachtmerrie. Toch heeft die pikzwarte ervaring, misschien vreemd genoeg, een uiterst lichte kant.
“Als zo’n jeugd voorbij is, word je heel vrolijk., Daarna is alles zo fijn: vrijheid, genegenheid, liefde, eerlijkheid, betrouwbaarheid, loyaliteit. Alles valt dan opeens wél op zijn plek. Misschien ben ik daarom wel zo blij. Juist omdat het verdwenen is. Weg. Dat houd ik anderen die het hebben meegemaakt ook altijd voor: zo erg wordt het nooit meer.”
Karin Bloemen
AD, 5 februari 2010