Hoe vaak komt het wel niet voor in kleutergroepen: een ontroostbare kleuter, die bij meester of juf komt na geslagen of geschopt te zijn door een ander kind. Wat de desbetreffende dreumes in zijn hartverscheurende betoog nogal eens weglaat is het feit dat hij nogal eens zelf begonnen is met het slaan en schoppen. Maar dat terzijde. Lange tijd kon ik me verschrikkelijk ergeren aan dit soort gedrag van beide kleuters, lange gesprekken over dat slaan en schoppen niet mag en dat beiden maar even niet meer met elkaar mogen spelen.
Sinds kort probeer ik een nieuwe aanpak. Wat doe ik? Ik ga helemaal mee in het verdriet van de huilende kleuter en beloof hem dat wij met z`n tweeën de andere kleuter net zo hard gaan terug slaan en schoppen. Ik neem de kleuter aan de hand, samen gaan we naar de andere kleuter. Aldaar aangekomen vertel ik wat ons plan is.
Hoe het verder gaat? Wel, de huilende kleuter heeft ondertussen zijn tranen al gedroogd en ziet de absurdheid van de situatie in. Ook de andere kleuter staat wat onwennig te lachen. Wat is dit nou voor rare oplossing? In de verte rolt een bal en voor ik het weet rennen de twee kleuters er achter aan. Wie hem als eerst heeft! Maar niet duwen, hè ...
Sven van der Helm
Lastige kinderen, heb jij even geluk, A.W. Bruna Uitgeverij, pag. 238