Boris was een goede, maar moeilijke leerling in de tweede klas havo. Hij was al een keer blijven zitten en zijn schoolprestaties bleven ook dit jaar ver onder de maat. Boris liet weinig los over zichzelf, maar ik wist dat zijn ouders gescheiden waren en dat hij nu bij zijn moeder woonde.
Tijdens een schoolkamp wist ik zijn vertrouwen te winnen en vertelde hij me dat zijn moeder alcoholiste was. Boris deed in geuren en kleuren zijn beklag over zijn moeder en ik moest op het puntje van mijn tong bijten om niet met de wolven in het bos mee te huilen. Als mentor had ik in de loop der jaren geleerd hoe loyaal een kind aan zijn ouder is.
Toen de moeder van Boris een week later op oudergesprek kwam, was ik natuurlijk besmet met allerlei onprettige verhalen over haar. Bovendien kwam ze tien minuten te laat in verwarde toestand binnen, de ogen vol wantrouwen, klaar om in de verdediging te gaan. "Nu gaat u me zeker bestraffend toespreken dat ik te laat ben en wat voor slechte moeder ik ben," was haar openingstekst. In plaats van een conflict aan te gaan floepte ik er als antwoord uit: "Ik weet van uw alcoholprobleem, laat ik beginnen te zeggen dat als u desondanks in staat en bereid bent hier te komen, u in mijn ogen een fantastische moeder bent." Ik meende wat ik zei.
Het wantrouwen van Boris` moeder maakte plaats voor een verbaasde blik, even later barstte ze in huilen uit. Aan de blik van Boris de volgende dag wist ik dat hij met zijn moeder had gesproken over het oudergesprek. Ik wist dat ik diepgaand zijn vertrouwen had gewonnen. Dat jaar heeft hij het gelukkig gered en een paar jaar later haalde hij ook zijn diploma. Tijdens de uitreiking heb ik een trotse moeder de hand mogen schudden.
Mentor havo 2
Ja, maar ik ben wel leraar