In 1566 beschrijft Charles de Berlaymont, de adviseur van Margaretha van Parma, de Nederlandse edelen met de historische woorden: "N`ayez pas peur Madame, ce ne sont que des gueux", ofwel `wees niet bang mevrouw, het zijn slechts bedelaars`. Drie dagen later spreekt een van die edelen, Hendrik van Brederode, tijdens een feestmaal de volgende woorden: "J`ai bu à la santé des Gueux! Vive les Gueux!", `ik heb op de gezondheid van de bedelaars gedronken! Leve de bedelaars!`. Vanaf dat moment was `geus` een begrip om trots op te zijn.
De woorden van Hendrik van Brederode zijn een mooi staaltje omdenken. Zo mooi zelfs, dat in ons taalgebruik het begrip `geuzennaam` algemeen bekend is geworden als een geslaagde poging om een label of etiket dat in eerste instantie een negatieve lading heeft een positieve betekenis te geven. Wat voor de buitenstaander een scheld- of spotnaam was, kan door de ‘uitgescholden’ groep op die manier omgedacht worden tot een eretitel.
In Amerika is het woord ‘nigger’ uitermate discriminerend. Maar als een zwarte Amerikaan het gebruikt om naar zichzelf te verwijzen krijgt het een zweem van trots, humor en durf. Andere voorbeelden van geuzennamen zijn boeren (supporters van PSV), superboeren (idem van De Graafschap), Dwaze Moeders, Tukkers, Yankees en de Vrekkenkrant. Ook de Stopera, eerst bedacht om het nieuwe operagebouw in Amsterdam te bekritiseren, is een mooi voorbeeld van een geuzennaam.
Hoe kan je hier je voordeel mee doen? Simpel. Door iets waar anderen je van beschuldigen juist te koesteren. Zeg er voluit `ja` tegen. Het haalt de angel uit de beschuldiging. Vinden andere mensen je `ijdel`? Ga het niet ontkennen. Het zal je niet lukken. Sterker nog, hoe meer je het ontkent, des te sterker laad je de verdenking op je het juist wél te zijn. Wie anders dan een ijdel iemand doet immers zijn best te ontkennen dat ie ijdel is? De ontkenning zelf is de bevestiging! Bevrijd jezelf dus uit deze treurige vicieuze cirkel. Koester het label. Als een geuzennaam. Jij bént ijdel! Altijd al geweest. En het zal altijd zo blijven. So what ...
Berthold Gunster
Huh?! De Techniek van het Omdenken, pag. 231.