Ergens in de jaren 80 van de vorige eeuw organiseerde de directie van de Martinihallen in Groningen een expositie, Expo Water. De verwachtingen ten aanzien van bezoekersaantallen waren hoog gespannen: zo’n 250.000 bezoekers verspreid over een periode van 6 weken.
Standhouders werden uitgenodigd om het evenement te ondersteunen, door in hun kraampjes naast etenswaren ook aan water gerelateerde artikelen aan te bieden. De hal bood een prachtige aanblik, het water stróómde als het ware door de hallen, met als pronkstuk een heuse “rivier” de Rijn inclusief de Lorelei (een 132 meter hoge rots in Duitsland langs de oever van de Rijn, red.). Diverse artiesten traden op, kortom alles was uit de kast gehaald om er een succes van te maken.
Helaas kwam er nog geen tiende van de geschatte 250.000 bezoekers op af. Ik was één van de standhouders en bracht mijn dagen op de beurs in verveling door. Het enige wat nog voor wat afleiding zorgde was de onfortuinlijke valpartij van een jodelzangeres die, toen ze op de Lorelei haar kunsten vertoonde, haar evenwicht verloor en op haar achterwerk – hevig vloekend - de rots af gleed.
Ik verkocht souvenirs, waaronder petten die we konden bedrukken met teksten naar wens van de klant. Zo verkochten we petten waarvan de klep geborduurd was met gouden vleugels, een soort kapiteinspet. In een wanhopige poging wat extra reclame voor de beurs te maken, had één van mijn overijverige medewerkers alvast 100 petten voorbedrukt met het woord ‘EXPO’ tussen de gouden vleugels. Aanvankelijk liep de verkoop nog wel, maar aan het eind van de rit bleven we met een enorme stapel petten zitten, die we aan de straatstenen niet meer kwijt zouden raken.
Als goedmakertje kregen we van de directie een plek aangeboden op de eerstvólgende beurs, de tiendaagse Jaarbeurs van het Noorden. We bouwden op, namen de voorraad petten die we nog hadden van de Expo Water mee, en lieten de verkoop over aan een ingehuurde student Nederlands. Die wilde een zakcentje bijverdienen voordat het academisch jaar van start ging.
Groot was onze verbazing, toen we aan het eind van de dag terugkwamen en de student meldde dat hij de hele partij met de tekst ‘EXPO’ had verkocht. Binnen een paar uur. Hoe had-ie dat geflikt?
“Nou”, zei hij. “Ik dacht: dat EXPO verkoopt niet, maar wat als ik er nou een S voor zet, en ES er achter? Dan lukt het vast wel. Want dan staat er….SEXPOES!”. Verrek. Briljant.
En net op dat moment kwam er een dame voorbij, trots pronkend met de kapiteinspet inclusief gouden vleugels en de opdruk ‘sexpoes’. Tien dagen lang gingen de petten als warme broodjes over de toonbank.
Moraal van dit verhaal?
A) elk nadeel heeft zijn voordeel
B) de provincie Groningen zit vol met sexpoezen. Je ziet ze niet, maar ze zijn er wel.
Johan de Heij
december 2012