zakelijk

Omdenken bij jouw organisatie? Dat kan!

Boek ons

Erkenning

29-03-2016
Erkenning Kleiner

Onlangs heb ik met een groep collega's de Lastige kinderen? Heb jij even geluk show bezocht. Zoveel gehoord dat mijn hoofd er nu nog van tolt. Wat een lading aan nuttige informatie. Ik dacht eigenlijk dat ik al wel redelijk 'ja' zei tegen mijn kinderen. Toch bleek dit niet zo te zijn. Ja-zeggen heeft namelijk niets te maken met toegeven maar alles met erkenning.

Korte introductie over mezelf. Ik ben Erica, 30 jaar, getrouwd en we hebben twee energieke kinderen. (Vroeger zei ik druk in plaats van energiek.) Onze zoon is net vier geworden en onze dochter is zo'n twintig maanden.

Onze zoon zuchtte vandaag vol verwondering (wat mij dan weer in mijn moederhart raakte): Wat een fijne dag is het vandaag zeg. En dat was rond 12 uur vanmiddag. Waarom? Omdat ik hem vandaag kennelijk heb erkend. En heeft dat mijn planning op mijn vrije dag in de war gestuurd? Nee, helemaal niet. Ik heb nog steeds mijn huis wat schoon kunnen maken, boodschappen kunnen doen en daarnaast kan ik nu ook in alle rust dit mailtje typen. Onze dochter ligt op bed en onze zoon vroeg of hij televisie mocht kijken. Normaliter doen wij dit overdag niet want daar krijgen ze vierkante ogen van. Maar vandaag leert hij van Dora Engelse woordjes!

Wat heb ik dan anders gedaan? Ten eerste heb ik vanochtend geen wekker gezet, gewoon, omdat het kon. Dus om half 9 (oh mijn god!) werd ik wakker en hoorde ik onze zoon wat draaien op zijn eigen kamer in zijn eigen bed. Toen ik op zijn kamer kwam en zei: Kom vriend, we gaan eruit, zei hij: Neuhhhh kwil niet! In plaats van te beginnen met 'ja, maar we moeten...' en hem dan tien minuten lang met veel gemopper aan te moeten sporen om kleren aan te doen, heb ik gevraagd: Oké, wat wil je dan? Hij wilde dat ik bij hem in bed kwam liggen en zo hebben we even liggen kletsen. Over zijn verjaardag, over zijn afscheidstraktatie op het kinderdagverblijf, over dat hij deze week in zijn broek had geplast en dat hij dat echt erg vond. Na tien minuten zei hij: Ik lust wel een boterham. En hop, binnen een paar minuten waren zijn kleren aan en zat hij beneden aan de ontbijttafel.

Dit heb ik zo door proberen te zetten. Dus in plaats van me te ergeren aan het gegil als ze met z'n tweeën door de kamer heen renden en speelden dat ze een leeuw en een weet ik veel wat voor dier waren, ben ik boven de was op gaan vouwen. Tegen de tijd dat ik weer beneden was, zaten ze samen op de bank een boekje te lezen en dacht ik: wat kunnen ze eigenlijk al goed samen spelen. Deze gedachte kwam goed van pas toen ze elkaar twee minuten later de hersens insloegen. Ik heb niet gemopperd maar aan mijn zoon gevraagd of hij rekening kon houden met zijn zusje omdat ze nog niet snapt dat als hij ergens mee aan het spelen is, ze dat niet af mag pakken. Hij gaf toen aan dat hij de treinen waar ze niet mee mocht spelen wel op de tafel zou zetten. Slim kind ook, heeft ie vast van zijn moeder.

Hij wilde vervolgens dat ik een treinbaan ging bouwen. Nu is dat meestal papa's taak. Want ik kan best veel, maar treinbanen bouwen resulteert er vaak in dat ik tegen mijn zoon verzucht: Ik weet echt niet wat je precies wil en doe het dan maar zelf. Wat dan ook niet lukt. Vandaag heb ik hem, samen met mij, de treinbaan laten tekenen op papier. Prachtig geworden, if I may say so myself.

Tijdens het boodschappen doen heb ik me niet geërgerd aan zijn energieke gedrag in de winkel maar wel trots staan kijken toen hij netjes om een extra worstje vroeg voor zijn zusje en dankjewel zei. De boterham van onze dochter is vanmiddag met de lunch keurig opgegeten (behalve de korstjes) en onze zoon vroeg of hij op zijn eerste boterham meteen pasta mocht. Normaliter mag dat niet en moet hij er eerst eentje met worst of vergelijkbaar beleg. Waardoor we na een half uur nog steeds met boterham nummer 1 bezig zijn. Vandaag dacht ik: Als hij daardoor een boterham opeet. Waarom ook niet? Het grappige is dat hij na de eerste boterham zelf om een boterham met worst vroeg. En deze op at. Binnen tien minuten.

Terwijl ik de vaatwasser in stond te ruimen werden er opeens twee armen om mijn benen heen geslagen. En hoeveel ik ook van mijn kinderen houd, met het schaamrood op de kaken moet ik bekennen dat ik in het verleden dan wel eens zei: We gaan zo even knuffelen, mama moet eerst even de vaatwasser inruimen. Vandaag niet. Ik ben op de grond gaan zitten en heb gewoon gezeten, op de grond, met de twee liefste, energiekste, leukst samenspelende kids op mijn schoot. En toen zei onze zoon: Wat is het leuk vandaag, mama.

Nu hoop ik twee dingen: dat ik dit door kan zetten en dat ik iets van deze flow ook mee kan nemen in mijn werk als docent.

Nelleke Poorthuis
29-03-2016
Omdenken bij jouw organisatie?
Dat kan!
Bekijk de mogelijkheden