Peter en zijn partner Annemarie ergeren zich aan het feit dat Hans, hun jongste zoon, het eindexamenjaar VWO niet lijkt te halen. Hans had bedacht na het VWO een wereldreis te maken, maar Peter en Annemarie denken dat hun zoon het examen schromelijk onderschat. Hij gooit er met de pet naar.
Hans` eerste schoolonderzoeken zijn grotendeels onvoldoende. Hoe reageren Peter en Annemarie? Met duwen en wrikken. Ze wijzen hun zoon erop dat het op deze manier niet gaat lukken. Maar hoe meer druk ze uitoefenen, des te meer weerstand lijkt hun zoon te vertonen.
Na afloop van een Ja-maar seminar besluit de vader met deze aanpak te stoppen. Hij herkent het als een patroon van vastdenken. Hoe meer druk, des te meer weerstand. En dus overlegt hij met zijn vrouw. Hoe erg zou het zijn als hun zoon het examen niet haalt? Is dat echt wel zon ramp? Waarom doen ze eigenlijk zo hun best hem het te laten halen? Voor hem? Voor zichzelf? Al pratend komen ze tot de conclusie dat het eigenlijk wel heel gezellig is met Hans thuis. Hij is de laatste van drie kinderen, de laatste ook die het huis uitgaat, waarom zou hij niet gewoon het VWO over kunnen doen? Waarom al die haast? Misschien is het wel veel leuker als hij het jaar nog een keer over moet doen. En dus besluiten ze dit tegen Hans te zeggen.
Hans, we hebben het er met zn tweeën over gehad, als jij dit jaar niet haalt vinden wij niet erg, wel gezellig zelfs, de wereldreis kan altijd nog. Wat is het gevolg van hun opstelling? Hans kijkt ze met open mond aan, schrikt zich kapot, begint als een gek te leren en haalt zonder problemen zijn examen.
Overigens.
Ter toelichting.
Sommige mensen reageren op dit verhaal met een `ah, dan hebben de ouders dus toch lekker hun zin gekregen.` Een begrijpelijke, maar onjuiste conclusie. De grap is namelijk dat het de ouders in-the-end om het even was of de jongen het eindexamen over zou moeten doen of niet. Dit verhaal gaat dan ook juist niet over je zin krijgen, het gaat veel eerder over je zin loslaten.
Berthold Gunster
Ik ben oké, jij bent een sukkel, pag. 168