IJshockeybanen moeten om de zoveel tijd geveegd of gedweild worden om ze mooi glad en daarmee goed berijd- en bespeelbaar te houden. In de meeste Noord-Amerikaanse ijsstadions gebruiken ze daarvoor de Zamboni. Een soort auto die is uitgerust met allerlei dweil- en veegattributen. Een beetje zoals de veegmachine die je in Nederland op straat ziet. Ze worden ook op schaatsbanen zoals Thialf in Heerenveen gebruikt.
Dit dweilen was altijd een vervelende onderbreking voor de bezoekers van de ijshockeywedstrijd. Het spel lag een kwartier tot twintig minuten stil, vaak zelfs meerdere malen per wedstrijd. Van alles is er geprobeerd om de wachttijd voor het publiek zo aangenaam mogelijk te verlopen. Zo traden er artiesten op om de ongewenste pauzes minder saai te maken.
Op een dag vroeg een trouwe ijshockeyfan aan de directeur van een stadion of hij eens een ritje mocht maken op de Zamboni. Dat leek hem helemaal fantastisch. De directeur zag in een helder moment de oplossing voor zijn dweilpauzeprobleem. Hij stemde toe en sinds die dag kunnen bezoekers van de wedstrijd een ritje winnen op de Zamboni. Een schot in de roos, zo bleek. Tijdens de pauze rondrijden op de beroemde veegmachine; dat wilde iederéén wel!
Andere stadions namen het idee snel over. Tegenwoordig kondigen ze de komst van de Zamboni aan met luide orgelmuziek en is de dweilpauze een van de hoogtepunten van de ijshockeywedstrijd. Je kunt zelfs een foto laten maken van jezelf met de Zamboni en zijn bestuurder op de middenstip. En zo is de dweilpauze van een irritante onderbreking omgedacht tot een feestelijke attractie.
Dave Linders
20 januari 2012