Een gewone dinsdagochtend om 8.50 uur komt een iets opgefokte leerkracht van groep 3 mijn kantoor binnen, met aan de hand kleine Dirk. De mededeling die ik krijg is: 'Hij heeft geen zin om te lezen, wat ik ook zeg, het helpt niet. Ik ben het even zat, misschien kun jij wat met hem.' Tja en daar zit je dan met een 6-jarige. Boek voor z'n neus, armen over elkaar, zwaar boos kijkend en vooral niet in beweging te krijgen.
Nadat ik dit een aantal minuten heb zitten bekijken, zeg ik tegen hem: 'Ik snap wel waarom jij boos bent, jouw juf heeft een veel te moeilijk boekje aan jou gegeven.' Er komt geen reactie. Stil. 'Weet je wat, Dirk, ik ga nu naar jouw juf toe om te zeggen dat ik het echt niet vind kunnen wat ze met jou doet. Hoe haalt ze het toch in haar hoofd om jou dit boekje te geven. Ik vind haar maar een rare juf.' Hij kijkt me aan met een vragende blik.
'Heb jij wel tegen haar gezegd dat dit een veel te moeilijk boekje is? Weet ze dit wel? Dat mag je best zeggen tegen je juf.' Er komt een reactie: 'Dit is helemaal geen moeilijk boekje, ik kan dit best lezen hoor.'
Ik kijk hem verbaasd aan en zeg dat ik hem niet geloof. Ik herhaal sterk overdrijvend dat ik zijn juf wel eens even wil spreken. Dirk gaat opeens rechtop in zijn stoel zitten en zegt: 'Zal ik jou eens laten horen, dat ik dit boekje wel kan lezen?' Ik schud heftig van nee. En probeer hem te overtuigen dat hij het niet moet gaan proberen omdat het dadelijk misschien niet lukt. 'Ik ga het toch doen.' Hij begint te lezen. Ik val bijna van mijn stoel van verbazing en overweldig hem met complimenten. Hij glundert van oor tot oor.
'Zal ik nog een stukje lezen?' Zo leest hij nog vier bladzijdes en zijn we inmiddels 10 minuten verder. 'Wil je de rest van de dag bij mij blijven, Dirk? Dan hoef ik tenminste niet te werken, want ik heb eerlijk gezegd helemaal niet zo'n zin om te werken. Ik zit hier helemaal alleen in het kantoortje. Ik vind het nu zo fijn, dat jij bij me bent. Wil je dan alsjeblieft niets tegen je juf zeggen, want anders krijg ik op m'n kop.'
Hij kijkt me heel streng aan en zegt: 'Ja maar dat mag niet. Je moet wel werken. Ik moet ook terug naar de klas om te lezen.' Heel bedroefd kijk ik hem aan en vraag hem nogmaals om alsje, alsje, alsjeblieft bij mij te blijven.
Zijn reactie is verbluffend: 'Bregje, dat kan niet. Jij moet hier werken en ik ga nu naar de klas. Ik moet echt gaan lezen en jij moet hier blijven!' Ik vraag hem, licht teleurgesteld, of ik hem wel terug mag brengen naar de klas en dat vindt hij een goed idee. Als hij na 20 minuten voorbij mijn kantoor loopt, om te genieten van een welverdiend speelkwartier, geeft hij mij een dikke knuffel: 'Gaat het weer?' vraagt hij.
Ik knik en ik vraag of hij me af en toe nog komt voorlezen. Dat belooft hij. En weg is ie...