Zoals veel huurders in de randstad heb ook ik te maken met een huisbaas. In mijn geval een niet al te charmante verschijning die, wanneer hij er zin in had, `even kwam kijken of alles goed ging` en daarna mijn tijd opslokte om te klagen over het `zware leven van een verhuurder`. En als ik een vraag had met betrekking tot onderhoud, dan werd het antwoord ingeleid met stiltes en een hoop gemor.
Maar wat doe je in zo`n geval? Je wilt hem eigenlijk kwijt, maar hebt ook belang bij een goede verstandhouding.
Uiteindelijk heb ik besloten om, na meerdere malen van vriendelijk afpoeieren, een keer de tijd voor hem te nemen. Ik bood hem koffie aan en hij vertelde ronduit over zijn panden, de huurders en alles wat daarbij komt kijken. Dat alles werd door mij begeleid door instemmend knikken, af en toe een vraag die het gesprek op gang hield en de opmerking dat het best wel lastig is om een leuke woning te vinden in de randstad.
Nu, drie maanden later, zeggen we elkaar vriendelijk gedag, mag ik altijd bellen als er iets is en mocht ik willen verhuizen, dan `moet je maar even een seintje geven, want dan kijk ik wel even of ik wat moois voor je heb voor een leuk prijsje`.
Valentijn van Gils
15 november 2011