In de buurt van Maarn, zo’n 90 kilometer verwijderd van mijn huis, leek mijn auto het te begeven. Allerlei dingen in en aan de auto deden raar, ik hoorde rare geluiden, met het zweet in de handen had ik de laatste kilometers afgelegd en zo moest ik, geïrriteerd en moe, besluiten de Wegenwacht te bellen. Tot overmaat van ramp was de accu van mijn telefoon bijna leeg, dus de tijd zinvol besteden door mail weg te werken was ook niet mogelijk. En dat terwijl thuis stapels werk op mij wachtten. Wachten. Niets doen. Auto kapot. Grrr.
Na een tijd wachten kwam eindelijk ene Klaas van de ANWB. Hij ging achter het stuur zitten, liet de koppeling opkomen en trapte meteen weer op de rem. Even later krikte hij de auto met een luchtkussen omhoog en liet me zien wat er aan de hand was: er zat wel 10 cm speling op mijn achterwiel. De lagers waren stuk en ik mocht er geen meter meer mee rijden. Waarom? Het wiel kon er elk moment onder vandaan komen. Ik had wel ingehaald kunnen worden door mijn achterwiel op de snelweg, vertelde Klaas. In eerste instantie raakte ik in paniek. O jee, hoe moest ik nou thuiskomen? En de auto dan? En mijn andere afspraken dan? Wie haalt de kinderen dan op? Wat moet ik doen zonder telefoon nu mijn accu bijna leeg was? Balen!!!
En toen opeens, klik, realiseerde ik me dat ik die laatste kilometers een beschermengeltje op mijn schouder moest hebben gehad, die eigenhandig dat wiel onder mijn auto gehouden had. Had ik niet juist ontzettend veel geluk gehad?! Als het wiel eraf gelopen zou zijn, wat had er dan wel niet allemaal kunnen gebeuren? Opeens kantelde mijn humeur. Ik besefte hoe fijn het was dat er überhaupt zoiets bestaat als de Wegenwacht en hoe heerlijk het was dat iemand als Klaas me was komen helpen.
Ook wat er daarna gebeurde kon ik in slechts dankbaarheid aanvaarden. Klaas vond een garage in de buurt, die diezelfde middag nog tijd had om mijn auto te repareren. Hij regelde een takelwagen, vertrok even later en liet mij alleen achter, maar niet veel later kwam er inderdaad, netjes volgens afspraak, iemand om mijn auto en mij naar de garage te slepen. In de garage aangekomen bleek het onderdeel voor mijn auto niet op voorraad te zijn, maar een vriendelijke monteur was zo aardig het meteen ergens anders te gaan halen, zodat ik toch nog die dag in mijn eigen auto naar huis zou kunnen.
De accu van mijn telefoon was leeg, maar ik had nog wel al mijn afspraken afgebeld en ervoor gezorgd dat iemand anders de kinderen van school zou halen. En daar liep ik in Doorn, ineens hoefde ik niets meer, kon ik ook niets meer doen en kreeg ik zomaar een paar uurtjes tijd. In plaats van pech, verloren tijd en afgezegde afspraken, voelde ik dankbaarheid voor mijn beschermengeltje en al die mensen die mij hadden geholpen. Ik was een gezegend mens.
Natasja Kouwenhoven
12 september 2011