Op een dag kwam een nieuw meisje op school. Ze was tien jaar, verlegen en had moeite vriendjes en vriendinnetjes te maken. Op een gegeven moment was ze (zon beetje als laatste) aan de beurt om een spreekbeurt te houden. Die dag kwam ze echter niet op school. Uit navraag bij haar moeder bleek dat ze niet was gekomen uit angst.
Waar was ze bang voor? Uiteraard, dat ze niet uit haar woorden zou komen. De volgende dag voerde de docent in de kring een gesprek over het houden van een spreekbeurt. En hoe onzeker je je kunt voelen als iedereen naar je kijkt. De docent zei: Het is niet flink om een spreekbeurt te houden als je niet bang bent, dat kan iedereen. Het is dapper als je bang bent om een spreekbeurt te houden en het toch doet.
De docent stelde voor dat het meisje meteen na het kringgesprek alsnog haar spreekbeurt zou houden en dat ze, elke keer als ze vast zou lopen en tóch doorging, van de docent een halve punt erbij zou krijgen. Maar ze moest natuurlijk niet doen alsof ze niet uit haar woorden kon komen, het moest wel echt zijn. En als ze helemaal niet verder kon, dan mocht ze gewoon stoppen. Zonder een cijfer te krijgen. Geen probleem.
Het meisje nam de uitdaging aan, de klas klapte voor haar en ze ging voor de groep staan. Ze begon te praten en hield niet meer op. Aan het eind was het even muisstil. Daarna kreeg ze een staande ovatie.