Onlangs was ik met een managementteam dat ik begeleid op bezoek was in een ziekenhuis. Het ziekenhuis had recentelijk de gehele zorg rondom moeders en baby’s opnieuw ingericht vanuit de centrale gedachte: moeder en kind te allen tijde bij elkaar. Zo is er geen IC meer waar vier ernstig zieke baby’s samen op één kamer liggen, maar is er voor elke baby een eigen familiekamer waarin deze alleen is met de eigen ouders of gezinsleden.
De verpleging bleek aanvankelijk uitermate bezorgd te zijn over deze verandering. In de oude situatie konden zij, terwijl ze met één baby bezig waren, met een schuin oog ook de monitoren van de andere baby’s in de gaten houden. En er gingen nogal wat alarmen af bij deze ernstig zieke kinderen! Zouden zij, met de baby’s verspreid over verschillende kamers, alle alarmen nog wel tijdig kunnen opmerken – en overal nog wel op tijd bij kunnen zijn?
Eenmaal om naar de nieuwe situatie gebeurde er echter iets opmerkelijks: er gingen veel minder alarmen af dan de verpleging gewend was! Dit leidde in eerste instantie tot paniek: was er iets mis met de nieuwe apparatuur? Na zorgvuldige analyse bleek daar echter niets mee aan de hand te zijn. Wat bleek: de baby’s zelf waren veel rustiger geworden. Op de eigen kamer hadden ze geen last van het gepiep van monitoren van andere baby’s, van inloop van verpleging en bezoek dat niet voor henzelf was bestemd. Minder prikkels, minder stress, minder alarmen.
Het team ontdekte dat het bij elkaar plaatsen van baby’s op één IC-kamer paradoxaal genoeg een belangrijke oorzaak was van de stress en daardoor de grote hoeveelheid alarmen. Het op te lossen probleem – hoe deal je met de grote hoeveelheid alarmsituaties bij ernstig zieke baby’s? – bleken ze zelf, door middel van de gekozen oplossing, onbewust gecreëerd te hebben.
Jacky van de Goor
juni 2013
Bron
Dit verhaal is een typisch voorbeeld van vastdenken: een manier van denken waarbij onze eigen `oplossing` van een probleem het probleem alleen maar groter maakt.